Wat is anorexia?
Anorexia is een eetstoornis. Mensen met een eetstoornis zijn erg veel bezig met eten, hun gewicht en lichaamsbeeld. Dit heeft veel invloed op hun dagelijkse leven. Vaak zijn er onderliggende problemen die de eetstoornis veroorzaken of in stand houden. Er zijn verschillende eetstoornissen.Anorexia nervosa, boulimia nervosa en eetbuistoornis zijn de bekendste eetstoornissen. Kortweg krijgt iemand met anorexia te weinig voedsel binnen, soms in combinatie met gedrag om het eten weer kwijt te raken, zoals veel bewegen of het gebruik van laxeermiddelen.
-Met dank overgenomen van: wijzijnmind.nl en mede gebruik gemaakt van Lentis.nl - Parnassiagroep.nl
Wilt u graag eens met iemand praten?
Wij staan voor u klaar en reiken u graag de hand.
Symptomen van anorexia
Iemand met de eetstoornis anorexia (officiële naam: anorexia nervosa ) is erg bang om aan te komen of dik te worden, ook al zit zijn of haar gewicht ver onder wat passend en gezond is voor de leeftijd en lengte. Hij of zij doet van alles om niet aan te komen, zoals extreem weinig eten, veel bewegen en braken.
Mensen met anorexia hebben een verstoord lichaamsbeeld. Al kun je de ribben tellen, toch voelt diegene zich dik en ziet hij of zij een dik persoon in de spiegel. Het afvallen geeft houvast, een gevoel van controle en het gevoel ergens goed in te zijn. Eten gaat meestal volgens een dwangmatig patroon en vaak moet iemand het van zichzelf eerst verdienen om te eten. Hij of zij moet bijvoorbeeld eerst 10 keer de trap op en af en mag dan pas een bakje yoghurt.
Typen anorexia
Er zijn 2 typen:
• Het restrictieve type; mensen met dit type anorexia eten niet, heel weinig of selectief om op die manier af te vallen, soms in combinatie met overdreven veel lichaamsbeweging.
• Het purgerende type; mensen met dit type anorexia eten ook heel weinig of selectief, maar hebben daarnaast ook eetbuien die ze compenseren door te braken of laxeermiddelen te gebruiken.
Lichamelijke klachten
Anorexia kan gepaard gaan met verschillende lichamelijke klachten, doordat iemand niet voldoende voeding, vitaminen en mineralen binnenkrijgt. Voorbeelden zijn haaruitval, het uitblijven van menstruatie, uitdroging en problemen met de maag en darmen. Anorexia kan zulke ernstige lichamelijke gevolgen hebben, dat iemand eraan overlijdt. Het is dan ook erg belangrijk dat mensen met anorexia of mensen die zich herkennen in de symptomen hulp zoeken.
Er is niet één duidelijke oorzaak aan te wijzen voor het ontstaan van een eetstoornis. Verschillende factoren en het samenspel daartussen bepalen of iemand uiteindelijk een eetstoornis ontwikkelt. Voorbeelden van deze factoren zijn de omgeving, ingrijpende gebeurtenissen en persoonlijke eigenschappen. Ook speelt mogelijk erfelijke aanleg een rol, onderzoek daarnaar staat nog in de kinderschoenen.
Eetstoornissen, dus ook anorexia, ontstaan vaak in of na de puberteit, een levensfase met grote veranderingen, maar kunnen ook eerder of later ontstaan. Persoonlijke eigenschappen, zoals een negatief zelfbeeld, perfectionisme en het moeilijk vinden om emoties te uiten, kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een eetstoornis. Ook kan de manier van opvoeden bijdragen. Bijvoorbeeld doordat het binnen het gezin belangrijk is om te presteren of doordat er weinig over emoties wordt gepraat. Daarnaast kan het meemaken van een traumatische ervaring meespelen.
Andere omgevingsfactoren die een eetstoornis kunnen versterken zijn het huidige schoonheidsideaal, de grote verkrijgbaarheid van eten en de sociale druk rondom diëten (zoals hypes op scholen om niet te eten tijdens de lunchpauzes).
Als je klachten hebt, dan is het belangrijk om daar iets aan te doen. Het belangrijkste is dat je toegeeft dat je problemen hebt met eten en daar iets aan wilt veranderen. Mensen met een eetstoornis ontkennen vaak voor zichzelf en hun omgeving dat ze eetproblemen hebben. Het is niet iets om je voor te schamen.
Zoek hulp! Anorexia is erg moeilijk om zelf te overwinnen. Je hebt daar hulp bij nodig. Er bestaan tegenwoordig steeds betere therapieën voor eetstoornissen. Hoe eerder je erkent dat je een probleem hebt en een behandeling zoekt, hoe groter de kans op goed herstel.
Ga naar je huisarts om je probleem te bespreken. Hij of zij kan je doorverwijzen naar een psycholoog. Veel instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ-instellingen) hebben behandelingen voor mensen met eetstoornissen. Ook zijn er in veel steden zelfhulporganisaties. Bij zo’n organisatie vind je herkenning, erkenning, begeleiding en informatie om van je probleem af te komen. Er bestaan ook groepen voor partners en familieleden.
De eerste stap van een therapie is vaak voorlichting met daarin uitleg over de eetstoornis, ook wel psycho-educatie genoemd. Tijdens een behandeling gaat iemand aan de slag met het aanleren van een gezond eetpatroon en wordt er aandacht besteed aan het verstoorde beeld dat iemand over zijn of haar lichaam heeft. Daarnaast wordt er voornamelijk gewerkt aan achterliggende zaken en aan manieren om met negatieve emoties, zoals boosheid en verdriet om te gaan.
Therapievormen
Cognitieve gedragstherapie, systeemtherapie en groepstherapie zijn de therapievormen die het meest worden ingezet. Psychotherapie kan pas als iemand in voldoende lichamelijke conditie is om te kunnen voelen. Bij ernstige ondervoeding is dit namelijk vaak niet het geval. Diegene moet dan eerst aansterken om met psychotherapie te kunnen starten.
Tijdens cognitieve therapie worden gedachten onderzocht over eten, zelfbeeld en gewicht en uitgedaagd of ze wel kloppen. Op die manier krijgt iemand meer inzicht in de ziekte. Vaak worden er concrete doelen gesteld en richt de behandeling zich op het zetten van praktische stappen.
Systeemtherapie is een vorm van psychotherapie waarbij de omgeving (het systeem) wordt betrokken. Denk aan een man of vrouw, ouders of vrienden. Vaak wordt dit gecombineerd met individuele therapie.
Groepstherapie heeft als voordeel dat het kan zorgen voor herkenning en het gevoel er niet alleen voor te staan. Ook is het een veilige plek om te oefenen.
Medicijnen
Soms schrijft de arts antidepressiva voor. Dit gebeurt vooral als er naast de eetstoornis ook depressieve klachten ontstaan. Een behandeling met medicijnen wordt eigenlijk altijd gecombineerd met psychotherapie.
Toon echte interesse in de ander
Een van de manieren om je naaste met een eetstoornis te steunen is échte belangstelling te tonen. Dus vraag je familielid dagelijks hoe het met hem of haar gaat. Vraag ook telkens waarom het ‘niet zo goed’ of ‘goed’ met haar of hem gaat. Luister wat de ander te vertellen heeft en vraag door om duidelijk te krijgen waarom de ander zich goed of niet zo goed voelt. Kom niet met oplossingen als de ander zich niet goed voelt. Toon empathie door bijvoorbeeld: ‘Fijn om te horen dat het goed met je gaat’, of ‘Naar voor je dat je je niet zo goed voelt’. Het doet de ander goed te horen dat je hebt geluisterd en gehoord wat hij of zij zei.
Stimuleer hulp te zoeken
Twijfel je of jouw naaste last heeft van een eetstoornis? Stimuleer de ander altijd om professionele hulp te zoeken. Laat jouw naaste weten dat je om hem of haar geeft en bespreek jouw zorg. Geef aan dat het volgens jou een goed idee is om bij de huisarts langs te gaan. Dit is de eerste stap naar professionele hulpverlening. Hij of zij kan het als steunend ervaren als jij meegaat naar deze afspraak.
Vraag concreet wat je voor de ander kan doen
Het kunnen soms kleine dingen zijn waar je de ander mee kunt helpen. Vraag door wat de ander wil dat je voor haar of hem doet.
Blijf de dingen doen die je al deed
Dat je man, vrouw of vriend(in) een eetstoornis heeft, legt een druk op de relatie. Laat deze stoornis niet je vriendschap met de ander overschaduwen. Blijf leuke dingen samen doen, blijf lieve dingen doen. De ander kan geen zin hebben en wil het liefst niets. Blijf toch leuke dingen afspreken om samen te gaan doen. Dat kan een goede stok achter de deur zijn.
Lees informatie over een eetstoornis
Verdiep je in de ziekte eetstoornis. Lees verhalen, zoek informatie in boeken of op internet. Het geeft je een beter beeld wat een eetstoornis is en welke impact het heeft op degene met een eetstoornis en de mensen om die persoon heen. Het levert je meer begrip op en je kunt je hierdoor ook beter inleven in de ander. Hierdoor kun je de ander ook beter helpen.
Laat het niet om ‘eten’ draaien
Dit sluit aan bij de tip: blijf de dingen doen die je al deed. Blijf samen leuke dingen doen. Het hoeft niet over eten gaan, tenzij de ander met een eetstoornis er zelf over begint. Probeer de ander niet te overreden om meer te gaan eten, dit werkt averechts. Kijk of je samen kunt eten. Misschien is dat op een ander tijdstip dan je gewend bent. Gezellig en ontspannen samen eten is goed voor de relatie en zet ‘eten’ in een goed daglicht.
Denk ook aan jezelf
Een vriend(in) met een eetstoornis of iemand anders is ingrijpend. Natuurlijk voor de persoon in kwestie, maar ook voor de directe omgeving. Als familielid van degene met een eetstoornis ben je een steun en toeverlaat, maar vergeet niet dat de ander een probleem heeft. Een probleem dat de ander zelf moet aanpakken en oplossen. Dat is niet jouw verantwoordelijkheid. Je kunt de ander daarbij wel steunen. Dat lukt het beste als je zelf ook gezond blijft. Onderneem daarom zelf ook dingen die jezelf ontspanning bieden. Praat ook met anderen over wat je meemaakt als je hier behoefte aan hebt. Vraag ook om hulp aan anderen en accepteer ook de aangeboden hulp.
Speel niet voor agent
Steun iemand vooral en probeer niet alleen te focussen op gewicht en op eten. Ga ook niet op de stoel van de hulpverlener maar neem je rol als familielid van.
Herstel kost tijd
Besef dat het genezen een langdurig proces is. Iemand met anorexia moet zelf volledig achter het herstel staan.
Zoek steun bij u in de buurt
Vereniging Een Handreiking organiseert regioavonden in heel Nederland voor naasten van mensen met psychische klachten, ook bij u in de buurt.
Meer stoornissen
Klik op de stoornissen voor meer informatie.
Wilt u vereniging Een Handreiking steunen?
Uw donatie is meer dan welkom en betekent
heel veel voor dierbaren.