Ziektebeeld
Depressie bij ouderen

Wat is een depressie bij ouderen?

Psychische klachten kunnen iedereen overkomen en kunnen ook op oudere leeftijd ontstaan of erger worden. Voorbeelden van klachten zijn eenzaamheid, angst, somberheid, slecht slapen, veel piekeren, snel geïrriteerd of in de war zijn. Deze klachten kunnen veel invloed hebben op het leven. Als je ouder bent en aan een depressie lijdt, heb je vaak niet zozeer last van extreme somberheid. Je stemming is eerder mat en gelaten. Een depressie bij ouderen wordt dan vaak ook niet herkend. Dat komt omdat de klachten aan de leeftijd worden toegeschreven, maar ook omdat de depressie verschilt met die van jongere mensen met een depressie. Hierdoor krijgen ouderen met een depressie vaak niet de juiste hulp.



Wilt u graag eens met iemand praten?
Wij staan voor u klaar en reiken u graag de hand.

+-Meer lezen over Depressie bij ouderen
+-Symptomen

Met name de eerste vijf verschijnselen komen veel voor wanneer je ouder bent en een depressie hebt:




  • concentratieproblemen, vergeetachtigheid en besluiteloosheid

  • slaapproblemen: moeite met in slaap vallen of doorslapen, of moeilijk uit bed kunnen komen

  • lichamelijke klachten zoals verstopping, een droge mond, onverklaarbare pijn, duizeligheid, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst, en hoofd- en rugpijn

  • somberheid, lusteloosheid en prikkelbaarheid

  • denken aan zelfdoding

  • gebrek aan interesse en plezier, nergens van genieten

  • sterke neiging tot piekeren

  • grote vermoeidheid

  • gebrek aan eetlust en gewichtsverlies, of juist overdreven eetlust en gewichtstoename

  • traagheid in praten, denken en bewegen, of juist lichamelijk onrust

  • het gevoel van binnen dood of leeg te zijn

  • gevoelens van machteloosheid, wanhoop en angst

  • huilen zonder dat dit oplucht of graag willen huilen maar dit niet kunnen

  • schuldgevoelens en het gevoel niets waard te zijn

  • nauwelijks of geen zin in seksueel contact


+-Oorzaken

Een depressie heeft niet één duidelijke oorzaak, maar ontstaat door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Bij ouderen kan een depressie onder meer een lichamelijke oorzaak hebben, worden veroorzaakt door medicijngebruik of samenhangen met vormen van dementie.



Biologische factoren



Een belangrijke biologische factor is erfelijkheid: in sommige families komen depressies vaker voor dan in andere. Ook het gebruik van bepaalde stoffen, zoals hormonen, medicijnen en alcohol, kan het ontstaan van een depressie uitlokken. Een biologische factor die een rol speelt wanneer je ouder bent, is invaliditeit of ziekte. Als je lijdt aan een van de volgende ziekten loop je een grotere kans een depressie te krijgen:




  • beroerte

  • hart- en vaatziekten

  • ziekte van Parkinson

  • diabetes

  • schildklier- en bijnierschorsafwijkingen



De depressie is dan direct het gevolg van de ziekte, maar ook het verlies van mogelijkheden en verandering van levensperspectief spelen mee.



Sociale factoren



Sociale factoren, met name verdrietige of schokkende gebeurtenissen, kunnen een depressie oproepen. Een voorbeeld is het overlijden van een partner, familielid of vriendin. Ook ingrijpende veranderingen zoals pensionering of verhuizing naar een verzorgingshuis, kunnen je kwetsbaarder maken voor een depressie. Dat geldt nog meer wanneer je jouw oude sociale contacten moet missen of wanneer je niet kan wennen aan jouw nieuwe omgeving.



Psychische factoren



Persoonlijke eigenschappen zijn van invloed op het wel of niet krijgen van een depressie. Bijvoorbeeld het vermogen om problemen op te lossen, verdriet te verwerken en steun te vragen.


+-Behandeling

Afhankelijk van de ernst van de klachten kan een arts eerst adviseren te gaan bewegen of een cursus te volgen, bijvoorbeeld ‘omgaan met depressie bij ouderen’.



In veel plaatsen bestaan speciale therapiegroepen en cursussen voor ouderen. Deelnemers leren praktisch te werken aan het tegengaan van de depressie. Het contact met lotgenoten in deze groepen biedt herkenning en steun. Veel mensen knappen daar van op. Mocht dit niet het geval zijn dan kan worden overgegaan op psychotherapie en/of behandeling met medicijnen.





Cognitieve gedragstherapie



Cognitieve gedragstherapie is een vorm van psychotherapie die wordt aangeraden bij depressie. Je huisarts kan je ook een combinatie adviseren van medicijnen en psychotherapie. Bij veel mensen met een seizoensgebonden depressie zorgt lichttherapie voor positieve resultaten. Bij een zeer ernstige depressie die lang duurt en waarbij behandeling niet helpt, wordt soms moderne Electro Convulsie Therapie (ECT) gebruikt. Een depressie kan, soms na maanden, soms na jaren, weer terugkomen. Dit overkomt bijna de helft van de mensen die depressief zijn geweest. Een goede behandeling kan de kans op terugkeer van de depressie verkleinen.





Medicijnen



De antidepressiva die veelal worden voorgeschreven, beïnvloeden het evenwicht van de stoffen



in het lichaam die gevoelens en stemmingen bepalen. Bij meer dan de helft van de mensen leiden deze medicijnen tot vermindering van de klachten. Dit effect is merkbaar vanaf vier tot zes weken na het begin van het gebruik. De omgeving ziet vaak al eerder veranderingen. Voor een goed resultaat is het belangrijk de medicijnen langere tijd te gebruiken, zeker zes tot negen maanden. Daarna is het belangrijk het gebruik stap voor stap en in overleg met de behandelaar af te bouwen, in verband met mogelijke onttrekkingsverschijnselen.



Antidepressiva zijn niet verslavend. Ze hebben wel bijwerkingen, zoals sufheid, slaperigheid, duizelingen of hoofdpijn. Deze verschillen per gebruiker en per soort en verdwijnen meestal na verloop van tijd.



Totdat de antidepressiva beginnen te werken, kan de arts kalmerings- of slaapmiddelen voorschrijven. Er wordt aangeraden om bij ouderen zeer terughoudend te zijn met het voorschrijven van kalmerings- of slaapmiddelen omdat het de kans op vallen vergroot. De middelen werken direct en helpen tegen slapeloosheid, angstgevoelens, spanning en onrust. Het gebruik van deze medicijnen wordt bij voorkeur beperkt tot enkele weken. Meestal zijn ze daarna ook niet meer nodig.





Informatie en hulp



Wanneer je je zorgen maakt over je depressieve gevoelens en een aantal verschijnselen van depressie herkent, kunt je het beste contact opnemen met de huisarts. Vind je dat moeilijk, vraag dan of iemand met je meegaat, bijvoorbeeld een vriend(in) of een familielid.


+-Tips voor familieleden

Krijg inzicht in depressie Wanneer iemand in je omgeving een depressie heeft, is het belangrijk om te begrijpen wat een depressie is. Psycho-educatie, de voorlichting die huisartsen en ggz-instellingen geven, is ook voor naasten handig. Je leert dan meer over wat een depressie is, wat je kan verwachten van het verloop, welke behandelmogelijkheden er zijn en wat iemand er zelf aan kan doen.



Bied steun Steun jouw naaste door betrokken te zijn en interesse te tonen. Is jouw naaste niet jouw partner of gezinslid? Ga langs of bel op. Dit helpt vaak, ook als jouw naaste dit niet direct laat blijken als je op bezoek komt. Luister en toon begrip. Neem de gevoelens van degene met een depressie serieus, ontken ze niet en probeer ze niet kleiner te maken dan ze zijn. Probeer de problemen niet weg te praten of jouw naaste op te vrolijken. Die gevoelens zijn er nu eenmaal, en ze kleiner willen maken werkt juist vaak averechts. Maak wel duidelijk dat de ander op je kan rekenen. Weet je niet wat je moet zeggen of doen? Dan kan je dat zeggen. En wie weet komt je naaste zelf met iets wat voor diegene werkt. Stimuleer om hulp te zoeken Besef dat jij weinig aan de depressie kan veranderen en dat jouw naaste hulp nodig heeft als dit nog niet het geval is. Stimuleer daarom om professionele hulp te zoeken. Laat de ander weten dat je om diegene geeft en bespreek jouw zorg. Geef aan dat het volgens jou een goed idee is om bij de huisarts langs te gaan. Dit is de eerste stap naar professionele hulpverlening. Jouw naaste kan het als steunend ervaren als jij meegaat naar deze afspraak. Het kan voor iemand met depressie moeilijk zijn om te bidden en Bijbellezen. Bied aan dit samen met hem of haar te doen.



Vermijd de stoel van hulpverlener Als je merkt dat je naaste het moeilijk heeft, kan je geneigd zijn te willen helpen met oplossingen,



tips en adviezen. Onthoud dat jouw naaste zich waarschijnlijk veel beter gehoord voelt als jij in plaats daarvan écht luistert. Neem geen taken over die eigenlijk bij de hulpverlening horen. Hulpverleners zijn hiervoor opgeleid en zo houd jij jouw relatie met je dierbare gezond. Bovendien zou je hiermee een veel belangrijkere rol opgeven, bijvoorbeeld die van echtgenoot of kind.



Bied praktische hulp Iemand met een depressie heeft vaak moeite met de dagelijkse dingen, zoals het huishouden, boodschappen doen, administratie bijhouden et cetera. Door op die gebieden hulp aan te bieden, kan je een waardevolle steun zijn. Of ga samen iets eenvoudigs doen, bijvoorbeeld wandelen of boodschappen doen.



Stel verwachtingen bij en accepteer Hoe graag je het zou willen, ga er niet vanuit dat een behandeling alles snel oplost. Vaak gaat het om een langer proces met vallen en opstaan. Door niet te hoge verwachtingen en eisen te hebben, leg je niet te veel druk op de schouders van de ander. Jouw naaste kan (tijdelijk) veranderen door de depressie. Daar mag je verdrietig om zijn. Probeer te accepteren dat jij niet altijd iets kan doen. Soms is er voor de ander zijn al genoeg.



Zorg goed voor jezelf Zorg in de eerste plaats goed voor jezelf. Want als jij je goed voelt, lukt het je beter er voor de ander te zijn. Cijfer jezelf niet weg en blijf leuke dingen doen, waardoor je energie krijgt en je ontspant. Ontspanningsoefeningen kunnen hierbij fijn zijn. Onderhoud ook het contact met anderen. Af en toe erover praten lucht vaak erg op. Betrek als het even lukt (andere) familieleden en vrienden bij de zorg voor je naaste, zodat je het niet alleen hoeft te doen. Bij het goed zorgen voor jezelf hoort ook het aangeven waarbij je wel en niet kan helpen.



Zoek steun voor jezelf Leven met iemand die een depressie heeft, kan ingewikkeld en zwaar zijn. Vaak komen er ook nog praktische taken bij die je moet overnemen. Je kan daarom ook zelf behoefte hebben aan steun. Aarzel niet om zelf professionele hulp te zoeken. Maak een afspraak met je huisarts. De huisarts ondersteunt je om op de been te blijven, geeft je adviezen over hoe je het beste voor je naaste zorgt. Vraag om pastorale steun in uw kerkelijke gemeente. Heeft de situatie effect op je werk? Praat erover met je werkgever. Vraag om begrip en praktische ondersteuning.



Zoek contact met andere naasten Wist je dat er ook voor naasten lotgenotengroepen zijn? Zo’n groep komt op regelmatige tijden bij elkaar. Je wisselt ervaringen uit en beseft dat je niet de enige bent met problemen en vragen. Je geeft elkaar informatie en tips. En je ondersteunt elkaar, al is het alleen maar doordat je elkaar begrijpt. Samen relativeer je soms even de moeilijkheden. Informeer ook naar de mogelijkheden binnen Een Handreiking.



Geen uitweg meer zien Mensen die erg depressief zijn, kunnen veel aan de dood denken. Het leven kan uitzichtloos, zinloos en ellendig lijken. Mensen die zich zo voelen, besluiten soms een einde te maken aan hun leven. Ze zien dit als enige oplossing om van al hun pijn en problemen af te komen. Vaak vinden mensen het moeilijk om erover te praten. Het is heel belangrijk om dat wel te doen als je iemand kent van wie je vermoedt dat diegene aan zelfdoding denkt. Maak je je zorgen om iemand? Breng deze allereerst in gebed bij de Heere. Maar maak ook gebruik van hulp. 113 Zelfmoordpreventie is er voor je. Op 113.nl kan je direct en anoniem in contact komen met hun hulpverleners.


Zoek steun bij u in de buurt


Vereniging Een Handreiking organiseert regioavonden in heel Nederland voor naasten van mensen met psychische klachten, ook bij u in de buurt.


Stoornissen

Meer stoornissen

Klik op de stoornissen voor meer informatie.

Wilt u Vereniging Een Handreiking steunen?
Uw donatie is meer dan welkom en betekent
heel veel voor dierbaren.

Ik wil doneren ›